VIERING: ELIA EN DE KRACHT OM VOORT TE DOEN…

Dominicus Gent

Viering van zondag 18 augustus 2024

 

Dit huis is een huis waar de deur openstaat,
waar zoekers en zieners, genood of gekomen,
hun harten verwarmen, van toekomst gaan dromen,
waarin  wat hen drijft tot herkenning gaat komen,
de vonk van de Geest in hun binnenste slaat.

Dit huis is een huis waar gemeenschap bestaat,
waar zangers en zeggers bijeen zijn gekomen
om uiting te geven aan waar zij van dromen,
waardoor een beweging ontstaat die gaat stromen,
die nooit meer, door niemand zich inperken laat.

(T Margryt Poortstra M. Tom Löwenthal)

Lezing: 1 Koningen 19, 5-8

Elia viel onder de bremstruik in slaap maar er kwam een engel, die hem aanraakte en zei: ‘Word wakker en eet wat.’ Elia keek op en ontdekte naast zijn hoofd een brood, in gloeiende kooltjes gebakken, en een kruik water. Nadat hij had gegeten en gedronken ging hij weer onder de struik liggen. Maar de engel kwam terug, raakte hem opnieuw aan en zei: ‘Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je.’ Elia stond op en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God.

De kracht om voort te doen breekt binnen…

Popmuziek haalt haar inspiratie niet zelden uit Bijbelse thema’s. Het is een van de toegangspoorten om jongeren maar bij uitbreiding iederéén, in contact te brengen met Bijbelverhalen. Het is al lang mijn dada maar het moet wél op een eerlijke manier gebeuren, vind ik: het mag niét de bedoeling zijn om popmuziek voor een karretje te spannen om zo bij die verhalen of personages uit te komen waarbij we willen uitkomen. Ik zou bijvoorbeeld de koppels de kost niet willen geven in wiens trouw-mis de voorganger “Let it be” van The Beatles gebruikte als ‘tussenzang’ om bij Maria uit te komen of om het feest van Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopgenomen wat luister bij te zetten en het klinkt ook wel aardig natuurlijk:

When I find myself in times of trouble, Mother Mary comes to me
Speaking words of wisdom, let it be
And in my hour of darkness she is standing right in front of me
Speaking words of wisdom, let it be

Helaas voor de predikant wordt hier niét de H. Maagd bedoeld maar de moeder van Paul McCarney: Mary McCartney die stierf toen de Beatle nog jong was…

In 1973 had zangeres Chi Coltrane ook bij ons een stomende hit met “Go like Elijah”. Ik was toen 5 jaar en dus heb ik het later leren kennen: bedoeld werd wel degelijk het Bijbelse tafereel waarbij de profeet voor het oog van 50 andere profeten met een strijdwagen ‘met vurige paarden’ voorgespannen, letterlijk wordt opgenomen in de hemel.

Mijn interesse in de profeet, een van de belangrijkste van het Jodendom, was gelijk gewekt.

Zeggen en schrijven ongeveer de negende eeuw vóór Christus. Achab was koning in Israël. Elia, de profeest van Jahwe, het zat al in zijn naam ‘Mijn God is Jahwe’, was een overtuigd verdediger van God. Een naam met een moeilijke opdracht in de tijd waarin hij leefde want Izebel, de Fenicische (heidense) vrouw, verdedigde de verering van de Baäls, de goden van Kanaän. Elia wilde aantonen dat Jahweh de sterkste is.

Elia had op spectaculaire wijze de overwinning behaald op 450 heidense profeten maar zich gelijk de woede van Izebel op de nek gehaald die hem uit de weg wil ruimen. Hij vlucht, de wildernis in, wil zijn hachje redden. Een dagreis ver de woestijn in treft hij een eenzame bremstruik. Nu is hij echt alleen. En uitgeput. Al zijn kansen zijn verkeken. Het hoeft ook niet meer voor hem. Ondanks alle inspanningen heeft het allemaal geen zin meer. De mensen willen niet mee.

Misschien was je ooit in een échte woestijn? In de buurt van Jericho vind je daar in de woestijn een desolaat klooster dat ons, drukke westerlingen, bij bezoek in de buurt doet hunkeren naar rust en vrede, naar een verblijf daar, ‘er even tussenuit’ en misschien kunnen we ons zélfs die luxe van een verblijf daar permitteren..? De woestijn staat nochtans symbool voor plaatsen waar de mens als mens niet meer ten volle leeft, waar ie de levensvragen niet langer stelt, waar hij ze niet meer hoéft te stellen.

Een mooie, rustige, alledaagse wereld zonder al te veel kommer en kwel kan een woestijn zijn omdat de mens er prettig in slaap wordt gesust en geen vragen meer stelt die dieper graven dan het alledaagse.

Maar – terug naar het verhaal – geen enkele woestijn, geen enkele situatie is dermate uitzichtloos dat God er niet kan binnenbreken. Al hoeft het allemaal niet meer en heeft hij niet om hulp gevraagd: God laat de mens niet alleen achter. De Naam luidt dan ook: ‘Ik zal er zijn – Ik zal erbij blijven’. Waar mensen aan hun einde lijken te zijn gekomen, maakt God toch weer nieuw begin. Al kunnen mensen net zo lang wennen aan de woestijn in hun leven tot zij ervan overtuigd zijn dat deze plek voor hen goed genoeg is; toch zal God hen blijven aanporren om hier bovenuit te stijgen.

Elia moet tot aan de berg Horeb gaan om zichzelf terug te vinden. De plek waar God voorheen het volk de 10 Woorden gaf, wordt voor hem de plaats waar hij God ontmoet. Het is pas in die ontmoeting dat het hem daagt waar het op aankomt. Op de weg van ons leven wil de Eeuwige als brood zijn dat kracht geeft om verder te gaan, om voort te doen. We mogen hopen dat we dat hier de zondag in die geest ervaren en dat, als we moe, leeg en futloos zijn, we hier op krachten komen en ons laten inspireren door zijn manier van leven.

Noch boeken noch therapieën zijn voldoende om iemand terug dorst te doen krijgen naar het echte leven. Het is pas in de ontmoeting met het echte leven dat die honger wakker wordt. Soms bruusk. De Canadese zanger Leonard Cohen verbleef langdurig in een boeddhistisch klooster toen wereldse beslommeringen hem bereikten en het duidelijk werd dat hij was opgelicht door zijn boekhouder. Hij was kaalgeplukt en moest opnieuw gaan optreden én opnemen wilde hij niet failliet worden verklaard. In die laatste fase van zijn leven maakte hij zijn mooiste platen en kreeg de wereld de bard te zien en te horen tijdens enkele wereldtournees die hem o.a. naar Gent brachten. Wie erbij was vond dààr voedsel voor onderweg en anders wél in de teksten van zijn laatste cd’s… Cohen was een ‘rijk’ man toen hij eind 2016 dit ondermaanse had verlaten.   

Huub Oosterhuis was nooit een rijk man. Toch niet in financieel opzicht, al werd daar wel ‘ns anders over gesproken. De auteursrechten die – vooral in Duitsland – wel aandikten investeerde hij in het team van de Ekklesia en in sociale projecten. Zijn teksten zijn voor velen van ons “voedsel voor onderweg”. We zingen “Op mijn levenslange reizen”

Op mijn levenslange reizen
twijfel donker achtervolgt mij
liefde blind holt voor mij uit
zing ik steeds op and’re wijzen ,
over wie ik niet kan spreken
zing ik: ‘Ooit mijn hart te breken,
ooit mijn hart voor jou te breken.’

Opgereisd, pas halverwege,
met een keel kapot gezongen
met een hart voor wie gebroken,
kruip ik onder doren-struiken,
druk mijn ogen in de aarde,
smeek dat nu een eind zal komen,
smeek de dood, dat hij zal komen.
Spoorloos trok voorbij de twijfel
waar ik lag. De liefde keerde,
zag mij, bracht mij drank en spijze,
deed mij opstaan uit de dood.

Nog een leven zal ik reizen.
Nooit meer zonder reisgenoot.       

(T. Huub Oosterhuis   M. Tom Löwenthal)

 

Soms komt een engel langs…

Elia heeft het gehad: alle inspanningen, alle inzet is op niets uitgedraaid. Er is niets meer dat nog de moeite is om voor verder te leven. Voor zijn part mag het hier stoppen.
Een herkenbare situatie. Ik denk dat elke mens dit wel al meegemaakt heeft op zijn/haar levenslange reis. Misschien niet altijd zo zwaar dat je niet meer wil verder leven, maar wel dat je het allemaal niet meer ziet zitten. Energie op, en je voelt je helemaal alleen. Je hebt geen toekomstperspectief meer. Moe tot op het bot. Geen vertrouwen meer in mensen, in idealen… Zo zijn er talrijke situaties in mensenlevens.

En soms komt daar een engel langs. Iemand die je het nodige geeft om te bekomen: rust, voeding en drank om op krachten te komen in welke zin dan ook. Zodat je daarna verder kan, naar waar je doel of bestemming ook is.

Ik dacht daar dikwijls aan bij talrijke interviews van topatleten in de Olympische spelen. Hoe dikwijls vertelden ze niet dat ze deze prestaties maar konden uitvoeren omdat ze iemand hadden die, op het moment dat ze het wilden opgeven, hen bemoedigden, hen tijd, rust, de nodige ondersteuning en of aangepaste training gaven zodat ze weer zelfvertrouwen kregen. De slogan “Steun is goud waard” die je op grote borden zag deze periode is dan ook meer dan waar.

Soms is het ook  “gewoon” alledaags, niets spectaculairs voor de buitenwereld, maar wel voor diegene die het meemaakt. Drie voorbeeldjes uit mijn eigen leven:

Ik herinner me toen we verhuisden en na dagen inpakken, stapelen in en uitpakken uit de verhuiswagen, het proberen van in de nieuwe stek alles zijn plaats te geven, met 5 kinderen en een hond, ik uitgeput de laatste rit naar Aarschot reed om, nadat Etienne de verhuiswagen terug gebracht had, samen weer naar huis te rijden. Ik was doodmoe. Onderweg moest er nog getankt worden. De man aan de kassa vroeg bezorgd; ‘Mevrouw, gaat het? Je ziet er moe uit.’  Ik heb de rest van de weg bijna zo fris als een hoentje verder gezet.

Kort daarna kreeg mijn man een zwaar verkeersongeval. De kinderen gingen nog maar een paar weken naar de nieuwe scholen, Ik kende daar nog niemand, en ik had geen auto meer om naar Ronse te rijden waar Etienne in de kliniek lag. Aan een dame die aan de schoolpoort stond vroeg ik of er naschoolse opvang was voor de kleuters. Die bleek er niet te zijn, maar toen ze hoorde waarom ik dat vroeg, stelde ze spontaan voor om de drie kleine kinderen bij haar te laten komen, tot ik weer terug was .

Op het einde van het schooljaar wou ik een leerkracht van onze zoon bedanken voor de zorg en de aandacht die hij gaf aan zijn leerlingen voor wie leren toch niet zo evident was. Dat doen vele leerkrachten natuurlijk, maar deze persoon was echt uitzonderlijk in het zien wat kinderen nodig hadden en hoe ze zich voelden.  Ik schreef dat dan ook zo op en gaf het kaartje mee.
Vele jaren later kreeg ik een briefje van hem. Hij schreef dat dit kaartje altijd in zijn portefeuille zat en hij dat, op momenten dat hij het moeilijk had als leerkracht en mens, dit bovenhaalde om weer verder te kunnen.

Je bent dikwijls een engel zonder dat je dit weet als je mensen ziet, begaan bent, aandacht schenkt een stukje mee op stap gaat.  Dit  wordt mooi verwoordt in het lied dat we nu gaan zingen, en dat je op het blaadje vindt. De melodie van het lied ‘ Donna donna donna donna ‘ is zeker gekend.

Leven is geven   

Wie wil leven, moet zich geven,
moet het wagen op weg te gaan:

met zijn vragen, onbehagen,
moet met anderen samen gaan.

Niemand kan het leven aan,
als hij alleen blijft staan.
want de mens leeft niet alleen,
je moet met and’ren gaan.

Want als wij hier samenkomen,
kan ons leven openslaan,

want als wij hier samenkomen,
mogen wij in God bestaan.

Wie wil leven moet zich geven,
moet met brood naar de ander gaan
en moet leven, om te geven,
zoals Jezus dat heeft gedaan.

Niemand kan het leven aan,
je moet in Jezus’ naam.

met het brood in ied’re hand,
naar alle mensen gaan

want wie voor zichzelf wil leven
en wie niet op weg wil gaan,

kan de and’re mens niets geven
en kan niet in God bestaan. 

 

Ter afsluiting (naar Herman Verbeek)

Je gaat met me voort.

Je zwemt voor me uit.

Je wijst me de steen

en de bocht in de weg,

de gloed van het vuur.

Je opent het hek

en Je staat in de deur.

Jij snijdt mij het brood

Je stelt me een vraag

Je leert me het recht

De strijd van het volk

De wond in mijn ziel

Je waakt bij mijn angst

Je wacht tot ik slaap

Je bent zonder naam

Je rekent geen dienst

Je blijft aan mijn zij

De stok in de hand

Het kleed om het lijf

Je bent die je bent

Jij brood mij nabij.