VIERING : BIDDEN VOOR DE AARDE (4)

Dominicus Gent

Viering van zondag 30 juni 2024

Bidden voor de aarde (4)

 

Van harte welkom en dank dat jullie de uitnodiging aanvaard hebben samen te vieren aan de startstreep van de zomervakantie, in levende lijve of via de schermen verbonden.

Elke vijfde zondag van een maand bidden we expliciet voor de aarde.
Vandaag danken we om haar overvloed, haar schoonheid, …en staan stil bij de diepe vreugde te mogen wonen in dat wonder geheel.

Met het aansteken van de paaskaars stellen we ons onder het mysterie van licht, warmte en vreugde en we bidden dat Gods licht, warmte en vreugde ons moge aansteken.
Tijdens aansteken paaskaars en aanbrengen van de zomerse overvloed speelt lied van Branduardi gebaseerd op het zonnelied van Franciscus

Jullie herkenden wellicht het vreugdevolle zonnelied van Franciscus, … geschreven op zijn sterfbed (een vertaling daarvan vind je op je blaadje). Het is een dankbare groet aan het mysterie door al wat is. Je hoort het goed: ‘door’, niet ‘voor’.
Broeder zon en wind, zuster maan en water, moeder aarde, … zijn op zích een sprekende lofzang aan de Allerhoogste. Ook de mens kan een levende lofzang zijn wanneer zij -omwille van de liefde- vergiffenis schenkt of ziekte in vrede draagt.
Rumi, de soefi- mysticus en tijdgenoot van Franciscus deelt die grote verwondering en dankbaarheid.
Tien jaar geleden verscheen Laudato Si’, een document van Paus Franciscus over onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor dit gemeenschappelijk huis: onze aarde. Doorheen het document lees je naast grote bezorgdheid om de klimaatontwrichting en haar slachtoffers ook de grote vreugde en dankbaarheid om alles wat gegeven is.
Prof. Robin Wall Kimmerer, botanicus en professor in de bosecologie schreef een prachtig boek ‘Een vlecht van heilig gras’. In dat werk verbindt zij haar wetenschappelijke kennis met de eeuwenoude inzichten en kennis van haar voorouders: de inheems-Amerikaanse Potawatomi. Hier is duurzaamheid een containerbegrip geworden dat niets en alles zegt. Voor de Potawatomi begint duurzaam leven wanneer we ons opnieuw verbinden met de natuur en de geschenken van de aarde met eerbied en dankbaarheid ontvangen. Straks komen we daarop terug.
De zomer brengt rijkelijk vruchten voort. Ieder die voor plantjes zorgt (eetbare en andere) kent de overvloed van dit seizoen, zélfs wanneer slakken en regenweer de oogst decimeerden. Midden onder ons plaatsten we enkele smaakvolle, geurrijke getuigen van die overvloed. Laat ons dankbaar en vreugdevol vieren en zingen over het nieuwe seizoen dat ons gegeven wordt.

 

Ik wandel door Gods seizoenen,
het leven een nieuw begin,
een zegening niet te noemen.
Ik wandel, ik leef en ik zing

Om alles wat wordt geboren,
het lied en het mensenkind
en niemand weet van te voren:
hoe ver waait het zaad op de wind?

Om alles wat wordt geschonken,
het leven, de nacht, het licht.
Het water welt uit de bron en
ik open mijn handen en drink.

Wij wand’len door de seizoenen,
Vervulling, een leven lang,
een zegening niet te noemen.
Wij zingen en zeggen dank.

        (Filip Vande Wouwer, Vic Nees)

 

Dankgebed geïnspireerd op het dankgebed van de Haudenosee

We sluiten vandaag aan bij het dankgebed van de Haudenosee Indianen, die leven aan de Grote Meren in Noord-Amerika. In het Westen kennen we hen onder de naam die de kolonisten gaven: Irokezen, dat is niet de naam waarmee zij zichzelf identificeren.

Hun grote dankgebed is vandaag onze gids in het samen bidden voor de aarde.
Het beschrijft de betekenis van concrete natuurelementen. Telkens gaat de gemeenschap met al haar aandacht en dankbaarheid naar dat onderdeel en beaamt die innerlijke beweging met “Nu zijn onze ge-dachten één”.
Stel je even voor dat zo’n Haudenosee-gemeenschap buiten staat, in een kring midden natuurelementen, waardoor het benoemen van de betekenis van alles wat rondom is een diepe verbondenheid weeft die alleen met verwondering en dankbaarheid beaamd kan worden.

De unieke ervaring en het ritueel van deze overzeese voorgangers in verbondenheid-met-de-aarde kun-nen we niet probleemloos naar hier en nu kopiëren. Met veel schroom is het gebed ingekort en dichter bij onze leefwereld gebracht. Voor de acclamatie zochten we een zin die een gelijkende verbondenheid zou kunnen realiseren tussen de schepping en de aanwezigen: Wij groeten en danken u.
In de tekst is die zin vetgedrukt.
Voel je aub vrij. Vind je het moeilijk om een natuurelement rechtstreeks aan te spreken, beperk je dan tot de verkorte acclamatie ‘wij groeten en danken u’ of kies voor een verbondenheid in stilte.

Vandaag zijn we bij elkaar gekomen, en als we naar de gezichten om ons heen kijken, zien we dat de kringlopen van het leven doorgaan. Het is onze plicht om in evenwicht en in harmonie te leven met elkaar en met alles wat leeft. Laten we nu onze gedachten en harten samenbrengen terwijl we elkaar als mensen groeten en danken. Wij groeten en danken u.
We zijn onze Moeder Aarde dankbaar, want ze geeft ons alles wat we nodig hebben om te le-ven. Ze draagt onze voeten wanneer we op haar rondlopen. We zijn blij dat ze voor ons blijft zorgen zoals ze dat al vanaf het begin der tijden doet. We zenden onze Moeder dank, liefde en respect. Moeder Aarde, wij groeten en danken u.
We danken alle wateren op aarde voor het lessen van onze dorst, voor het geven van kracht van water in vele vormen. We zijn dankbaar dat de wateren nog altijd hier zijn en hun verant-woordelijkheid vervullen tegenover de rest van de schepping. Kunnen we onze gedachten en harten verenigen om het Water te groeten en te danken. Water, wij groeten en danken u.
We danken de uitgestrekte velden met Planten. Ze ondersteunen vele levensvormen. Met onze gedachten en harten verenigd danken we de Planten, en we kijken ernaar uit om nog vele generaties Planten te zien. We danken de bosvruchten die ons heerlijk voedsel verschaffen. We danken alle voedselgewassen die we oogsten uit de tuin. Sinds het begin der tijden helpen granen, groenten, bonen en vruchten de mensen om te overleven. Veel andere levende dingen halen ook kracht uit hen. We verzamelen alle voedselgewassen in onze gedachten en harten en we groeten en danken hen. Nu richten we ons tot de Medicinale Kruiden van de wereld. Ze staan altijd klaar om ons te genezen. Met onze gedachten en harten verenigd betuigen we dank, liefde en eerbied aan de Medicijnen en de hoeders van de Medicijnen. Planten, wij groeten en danken u.

Om ons heen zien we alle Bomen staan. De Aarde heeft veel Bomenfamilies die elk hun eigen taak en nut hebben. Sommige bieden beschutting en schaduw; andere bieden vruchten en schoonheid en veel nuttige geschenken. Met onze gedachten en harten verenigd groeten en danken we de Bomen. Bomen, wij groeten en danken u.
We zijn dankbaar om alle prachtige dieren van de wereld. Wij mensen kunnen veel van hen leren. We zijn dankbaar dat ze hun leven met ons blijven delen en hopen dat dat altijd zo blijft. We danken alle vogels die boven onze hoofden fladderen en vliegen. Elke ochtend begroeten ze de dag en met hun gezang herinneren ze ons eraan dat we het leven moeten waarderen en er-van moeten genieten. We brengen een blije groet aan alle Vogels, van de allerkleinste tot de al-lergrootste, en danken hen. We danken alle Vissen die in het water leven. Het is hun taak om het water te reinigen en te zuiveren. Ze geven zichzelf ook aan ons, als voedsel. We zijn dank-baar dat ze hun taken blijven vervullen, en we groeten en danken de Vissen. Dieren, wij groeten en danken u.

Wij groeten en danken de naamgevers van planten die beelden oproepen welke doen nadenken of glimlachen. Voor mensen in kerkverband: kerstroos, paaslelie, monnikskap, mariadistel, kardinaalsmuts, herderstasje, judaspenning, hemelsleutel. Of de voor zich sprekende: ooievaarsbek en vingerhoedskruid, ridderspoor en koningskaars, Goudenregen en ereprijs, Kindje-op-moeders-schoot, Meisjestrouw, Suzanne-met-de-mooie-ogen en haar kale jonker, Vlijtig Liesje, vergeet-me-nietje,….
Leven tussen zoveel moois, laat ons erover zingen.

 

Honderd bloemen

Honderd bloemen mogen bloeien.
Grond en lucht genoeg voor alle
zaden knollen anjelieren.
Stenen moeten stenen blijven.
Mensen vliegen hoog als goden.
Maar de zuring en de klaver
mogen bloeien honderdvoud.

Korenbloemen, flarden blauwe
hemel, vlijmende papaver,
morgensterren aan de dijken
flemend om gezien te worden –
woekerend in de populieren
als een nest de maretak, de
bloem der zoenen bitterzoet.

Op zijn stekelige stengel
bloeit en treurt de kale jonker
en geen vlinder zal hem vinden.
Tronken zullen twijgen dragen,
varens op bevroren ruiten
zullen wuiven, bloeien mogen
honderd rozen van papier.

Broos op stelen ongebroken,
wild en blindelings verstrengeld,
in spelonken, op de vaalten,
tussen schotsen ijs en boeken,
op de graven, mogen bloeien,
alle ongelijk eenzelvig,
honderd bloemen zonder naam.

In een woud van droomgewassen,
stenen wortels, stalen webben,
tochtig labyrint van woorden,
woont een mens, op brekebenen,
lelie van het veld, met ogen
tranend bijna blind van zoeken
naar een plek die water geeft.

                (Oosterhuis- Huybers)

 

Dankzegging 2 (uit: Een vlecht van heilig gras)

We zijn allemaal dankbaar voor de krachten die we de Vier Winden noemen. We horen hun stemmen in de bewegende lucht als ze ons verfrissen en de lucht zuiveren die we inademen. Ze helpen de wisseling van de seizoenen teweeg te brengen. Ze komen vanuit de vier richtingen en brengen ons tijdingen en geven ons kracht. Met onze gedachten en harten verenigd groeten en danken we de Vier Winden. Nu richten we ons naar het westen, waar onze grootvaders de Donderwezens leven. Met bliksem en donderende stemmen bren-gen ze het water mee dat het leven hernieuwt. We verenigen onze gedachten en harten om onze Grootvaders, de Donde-raars, te groeten en te danken. Krachten van de vier windrichtingen, wij groeten en danken u.
We groeten en danken nu onze oudste broeder, de Zon. Elke dag, zonder uitzonderingen, bereist hij de hemel van oost naar west en breng hij het licht van een nieuwe dag. Hij is de bron van alle vuren van het leven. Met onze gedachten en harten verenigd groeten en danken we onze Broeder, de Zon. We danken onze oudste Grootmoeder, de Maan, die de nachtelijke hemel verlicht. Ze is de leider van vrouwen over de hele wereld en ze beheerst de getijdenbewegingen van de oceanen. We meten de tijd aan de hand van haar veranderende vorm, en de Maan is degene die waakt over de komst van kinderen hier op Aarde. Laat ons onze dank aan groot-oeder Maan verzamelen en opstapelen, laag op laag van dankbaarheid, en dan die stapel vrolijk hoog in de nachtelijke lucht gooien, zodat zij het weet. We danken de Sterren die als edelstenen verspreid in de lucht hangen. We zien ze ’s nachts, wanneer ze de Maan helpen het duister te verlichten en de tuinen en groeiende dingen met dauw te bedekken. Met onze gedachten en harten verenigd groeten en danken we alle Sterren. Hemellichamen, wij groeten en danken u.

Wij groeten en danken de zomer die maandag is ingezet op één van de oudste christelijke feesten: de feestdag van Johannes De Doper. Van oudsher is zijn dag gelinkt aan de zomerzonnewende en komen mensen samen, meestal rond een vuur: het Sint Jansvuur. Johannes staat symbool voor de overgang tussen oud en nieuw, als profeet die een omwenteling aankondigt.
Omwentelingen zijn ook nu te zien – ze beginnen meestal klein:
Wij groeten en danken allen die hemelwater opvangen in grote en kleine tonnen voor wasmachines, voertuigendouche of toiletspoeling; allen die wadi’s graven en sponstuinen aanleggen, …
Wij groeten en danken de tegelwippers. Zij mogen ontdekken dat waar die ene tegel lag binnen de vier weken een prachtig stukje groen ontstaat. Grote kans dat het ook nog eetbaar is. Binnen een jaar groeien er paardenbloemen, kleefkruid en vogelmuur. Verwerkt tot Paardenbloemsiroop, reinigende Kleefkruidthee en magnesiumrijke vogelmuursalade zijn ze ook nog eens super gezond.

De profetische omwenteling is al begonnen, kijk rondom en zie.
Met de woorden van de profeet Jesaja wijzen we elkaar op het goede en mooie dat rondom gebeurt.

 
Blijf niet staren op wat vroeger was.
Sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen
het is al begonnen, merk je het niet?

                (Oosterhuis – Huijbers)

 

Dankzegging 3 (uit: Een vlecht van heilig gras)

We brengen onze gedachten en harten samen en groeten en danken de verlichte Leraren die door de eeuwen heen zijn gekomen om te helpen. Wanneer we vergeten hoe we in harmonie moeten leven, herinneren zij ons eraan hoe we als mens horen te leven. Met onze gedachten en harten verenigd groeten en danken we deze zorgzame Leraren. We danken de mensen die in ons leven van betekenis zijn, de mensen die we niet kennen, de mensen die onze zorg nodig hebben. Wijze mensen, wij groeten en danken u.
We richten onze gedachten en harten nu op de Schepper, onze Grote Geest, die we groeten en danken voor alle geschenken van de schepping. Alles wat we nodig hebben om een goed leven te leiden is hier, op Moeder Aarde. Voor alle liefde die ons nog altijd omringt, voor het Groot Mysterie, danken we U, Schepper, in de mooiste bewoordingen. Groot mysterie, wij groeten en danken u.
We zijn nu bij het einde van onze woorden beland. Van alle dingen die we hebben genoemd was het niet onze bedoeling iets weg te laten. Als er iets of iemand vergeten is, laten we het aan ieder persoonlijk om op zijn eigen manier te groeten en dank te zeggen.
 

We groeten en danken de wijze mensen van bakkerij Driekant. Zij geven bestaansrecht aan voeding die zuinig is op de Aarde, op onze gezondheid en op mensen die uit de boot dreigen te vallen.
Met de slogan “Geen vulling, maar voeding” voeden zij al een kwarteeuw het bewustzijn van hun klanten door in te zetten op lokaal, duurzaam en vitaal voedsel.
Hun biologische (oer)granen kopen ze bij lokale duurzame boeren waardoor ze een directe bijdrage leveren aan het behoud van duurzame landbouwbedrijven die onze bodem koesteren, de biodiversiteit bevorderen en bijdragen aan mooie landschappen en schoon water.
Bij elk product vertelt de bakkerij een verhaal: dat kan over de boer gaan, over hun keuze voor een product, over een graan of over een uniek (gezondheids)aspect ervan. Niets is mooier dan te vertellen over de dingen waar het werkelijk om gaat.
Last but not least bouwen ze met hun gezamenlijke arbeid vooral een gemeenschap op waarbij de werknemers gelijkwaardig bijdragen aan een ambachtelijk product. De nadruk op de arbeidsplaats ligt niet op de beperkingen van mensen, maar op wat ze wél kunnen. Voor iedereen vinden ze wel iets, zodat iedereen kan bijdragen aan de uiteindelijke kwaliteit. Want of je nu schoonmaakt, meesterbakker bent of zorgt dat het etiket mooi op het product komt: alles draagt bij aan het lekkere, ambachtelijke en lokale eindproduct.

Bidden we zingend dat ook wij in diepe vreugde mogen delen en elkaar tot zegen zijn…

 

Dat ik aarde zou bewonen
niet op vleugels als een arend,
niet in schemer als een nachtuil,
niet kortstondig als een bloem

niet op vinnen onder water,
niet gejaagd en niet de jager,
niet op hoeven, niet met klauwen,
maar op voeten twee

om de verte te belopen,
om de horizon te halen
en met handen die wat kunnen:
kappen, ruimen, zaaien, oogsten;

met een neus vol levensadem,
met een buik vol van begeren,
met een hoofd niet in de wolken,
wel geheven naar de zon

om te overzien die aarde,
haar te hoeden als een kudde,
haar te dienen als een akker
en te noemen bij haar naam.

Dat ik ben, niet meer of minder,
dan een mens, een kind van mensen,
een van velen, een met allen,
groot en nietig, weerloos vrij

om te zijn elkaar tot zegen,
om te gaan een weg van dagen,
liefdes weg, die ooit zal leiden
naar een menselijk bestaan.

                (Oosterhuis – Lowenthal)

 

Inbreng gemeenschap

Die mij droeg op adelaarsvleugels

Die mij droeg op adelaarsvleugels
die mij hebt geworpen in de ruimte
en als ik krijsend viel mij ondervangen
met uw wieken en weer opgegooid
totdat ik vliegen kon op eigen kracht.

                (Oosterhuis – Huijbers)

 

TAFELDIENST

In alle culturen is samen eten en drinken een bron van dankbaarheid, delen en vreugde. Ook in onze vieringen breken we brood en drinken we de beker met wijn. Het ultieme geschenk dat iemand kan geven, zijn eigen leven, herdenken we binnen een ritueel van verbondenheid op een tastbare manier: telkens opnieuw met de eenvoudige gebaren van breken en delen.
Kan iemand het gedachtenisboek brengen?

Eeuwige, Gij geeft ons overvloed op deze prachtige plek, onze aarde.
Wij kunnen het niet vaak genoeg zeggen, maar vooral ook voelen,
hoe mooi en overvloedig onze moeder aarde is.
Zij geeft genoeg voor iedereen als we wij verdelen alle brood en leren scheppen uit de nood,
tot alle kwaad verdwenen is, herschapen tot verrijzenis.

Zingen we het Tafelgebed

Genade, vrede, iedereen!
De Geest des Heren om u heen.
Neem plaats en zet u in de kring,
doe mee tot zijn herinnering.

Wij vieren hier wat nog niet is:
verzoening en verrijzenis;
dat wij tot rust gekomen zijn
verlost van doodsangst en van pijn.

Wij roepen in herinnering
de mens die onze wegen ging,
maar niet de weg van man en macht,
alleen de liefde was zijn kracht.

De mens die weerloos als een kind
de machtelozen heeft bemind;
die door de armsten werd vertrouwd,
op hen had hij zijn hoop gebouwd.

Hij zei: “Wie leeft uit zelfbelang
sterft vóór zijn tijd, die leeft niet lang.
Maar wie steeds van het zijne geeft,
zal zien dat hij het leven heeft.”

Zo heeft Hij zelf ons voorgedaan,
is tot de dood ons voorgegaan,
is niet gevlucht uit eigenbaat
en koos de dood als hoogste daad.

En in zijn laatste levensuur
heeft Hij gezegd vol geest en vuur:
“Dit brood, gebroken, uitgedeeld,
Ik ben het zelf, u uitgebeeld.”

De wijn die daar op tafel stond
hief Hij omhoog en gaf hem rond:
“Dit is mijn bloed, vergoten nu,
Ik ben het zelf, Ik sterf voor u.”

Gestorven gaat die mens ons voor
en leeft in onze wereld door.
Hij moet het winnen mettertijd,
zijn geest leeft tot in eeuwigheid.

In al wat klein en nietig leeft,
in al wat nauw’lijks adem heeft,
kijkt Hij ons aan en zegt: “Ik ben
de broer der armen, één van hen.”

Laat ons nu bidden tot zijn Heer,
de Vader, Hem zij lof en eer.
Laat komen hier die stad, zijn rijk:
wij allen even arm en rijk.

Dat wij verdelen alle brood
en leren scheppen uit de nood,
tot alle kwaad verdwenen is,
herschapen tot verrijzenis.

 

Onze Vader
Vredeswens
Moge de zomer voor allen diepe vreugde brengen en vrede bewerkstelligen in ons hart en in de wereld.
Vrede zij met ons allen

ZENDING

De aarde zit boordevol hemel
en elke struik, hoe gewoon ook,
staat in lichterlaaie van God.
Maar enkel hij die het ziet
doet zijn schoenen uit.
De rest zit er omheen
en plukt bramen.

Elizabeth Barrett Browning

 

SlotLied  

De steppe zal bloeien
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan vanaf
de dagen der schepping
staan vol water, maar dicht –
de rotsen gaan open.
Het water zal stromen
het water zal tintelen, stralen,
dorstigen komen en drinken.
De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.

De ballingen keren
zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw
tot aan de einden der aarde
een voor een, en voorgoed,
die keren in stoeten.
Als beken vol water
als beken vol toesnellend water
schietend omlaag van de bergen.
Met lachen en juichen –
die zaaiden in tranen
die keren met lachen en juichen.

De dode zal leven
de dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven
dode, dode, sta op,
het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken
een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen
en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.

                (Oosterhuis- Oomen)